De Roda de Pütia

Het kerkje van Feldthurns steekt net boven de nevel uit.Klik hier voor de kaart naar de Würzjoch (Passo di Erbe)Maandag, 10-7-2006
Al voor half zeven komt het zonlicht door de lamellen van onze balkondeuren de slaapkamer binnen. Zou het dan eindelijk een ochtend zijn zoals we die gewend zijn? Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet in bedwang houden en sta snel op, open de balkondeur en loop het balkon op. Het felle zonlicht dwingt mij om mijn ogen tot twee kleine spleetjes dicht te knijpen. Ja, eindelijk het weer waar we recht op hebben: een zonovergoten landschap zonder laaghangende wolken in het dal, de Schlern tekent zich strak af tegen de blauwe hemel en ook Sandra krijgt wat ze verdient, want ook Gufidaun ligt heerlijk in het zonlicht te baden.

... even later zit ik al (ongewassen) op het balkon met een eerste kop koffie aan mijn verslag te werken, ...Snel gaan Ans en ik ontbijten en even later zit ik al (ongewassen) op het balkon met een eerste kop koffie aan mijn verslag te werken, want ik heb haast. Haast omdat het dit jaar maar niet wil lukken om mijn verslag bij te werken en hoe meer ik achterop raak, des te meer ik met tegenzin de draad probeer op te pakken. En ook deze keer schijnen mijn inspiraties weer snel weg te ebben door allerlei (darm)ongemakken die deze vakantie niet bepaald tot de meest plezierigste vakantie maakt. ...

 

Kaart Roda de Pütia

De Roda de Pütia

Van de Roda de Pütia om de Peitlerkofel heen

Wie van het Eisacktal (Valle Isarco) omhoog rijdt naar het Würzjoch (Roda de Pütia/Passo di Erbe), komt in een gebied waar nog Ladinisch wordt gesproken. Zo wordt het Würzjoch hier Börz genoemd en draagt de Peitlerkofel, de meest noordwestelijke berg van de Dolomieten, die boven de pas uittorent, de naam Pütia.

Bij de bushalte Würzjoch (er is ook een parkeerplaats) neemt u pad 8a, dat in zuidelijke richting naar de Peitlerkofel voert. De imposante noordwand van deze berg, die uit Schlern-dolomiet bestaat, rijst op boven de almweiden, waar bloemen in allerlei kleuren voorkomen. Laat de nabijgelegen Ütia Ranch links liggen en neem het pad schuin naar rechts. U loopt hier door het natuurpark Puez-Geisler, een van de zeven beschermde natuurgebieden in Zuid Tirol.
Al spoedig komt u bij een tamelijk steil pad. De kale berg aan de andere kant van de weg over de pas is de Plose. Loop over de Kampatschwiesen verder tot de afslag van pad 8b (20 min. - op de terugweg komt u weer op dit punt uit).
Houd bij deze splitsing rechts aan en volg pad 8a. Nadat u wat gestegen bent gaat u verder over pad 4 naar de Peitlerscharte. Eenmaal boven op de Peitlerscharte kunt u via de Kreuzkofeljoch naar de Franz-Schlütter-Hütte (Rifugio Genova) lopen.
Na een welverdiende pauze keert u weer terug naar pad 35. Vanaf hier gaat het over een vrij breed pad steil naar beneden richting de Potzalm en loop via de Gömajoch over pad 5-8b naar de Ütia de Göma. Vanaf Ütia de Göma loopt u verder over pad 8b naar de aansluiting op pad 8a. Houd hier rechts aan en keer terug over pad 8a naar Ütia de Börz.

DE ROUTE IN HET KORT

Niveau: middelzwaar

Karakter: eenvoudige wandeling over goede paadjes; de voet van de noordwestelijke helling van de Peitlerkofel is minder geschikt voor mensen met hoogtevrees en ervaring met bergwandelen is een pre. Bereikbaarheid:
Met de auto: het Würzjoch (Passo di Erbe) is zowel te bereiken vanuit Bressanone (Brixen) als vanuit St. Peter in het Villnösstal en vanuit het Gadertal..
Met de bus
: op werkdagen rijdt 's morgens en 's middags een SAD-bus van St. Virgil via St. Martin in Thurn naar de pas; laat in de middag gaat er weer een bus terug.
Duur: 5:30 uur Wandelkaarten: Tabacco kaart 07 of 030; Kompass kaart 56.
Stijgen/Dalen: 450m Horeca: Ütia de Börz, Schlüter Hütte, Ütia Göma, Alpe Fornella.

Wandelgrafiek

Ütia de Börz op 2006 m... Tussen acht uur en half negen verschijnen Kees en Anita op het toneel. Mijn frustraties over de sms-affaire wil ik toch wel eens eerst uitgepraat hebben. Volgens mij moet er toch iets mis zijn gegaan waarbij wellicht alcohol wel de grote boosdoener is, tenzij er sprake is van een vroegtijdige dementie bij één van ons. Anita beweert bij hoog en laag dat zij gisteren laat in de middag geen berichtje heeft gestuurd, terwijl wij er wel een van haar hebben ontvangen. Doordat ik het bericht op mijn mobieltje kan tonen breng ik Anita in een volledige staat van vertwijfeling. Al eerder heb ik de afgelopen week berichtjes van Anita ontvangen die niet voor mij waren bedoeld en dit tot steeds grotere ergernis van Kees. De verwarring wordt nog groter als Anita verwijst naar een bericht dat ze vanmorgen om 7:56 uur heeft verstuurd waarin ze aangeeft dat zij beiden langskomen om te bespreken wat we vandaag gaan doen, maar dat door mij niet is ontvangen. En geloof me beste lezer: dit is niet de eerste keer deze week! Maar …, en ik loop alvast vooruit op datgene wat komen gaat, de ontknoping komt vanmiddag.
Het is er behoorlijk druk en de parkeerplaats staat overvol. Op de achtergrond links de Peitlerkofel en rechts de Aferer Geisel.

Het weer is goed en het uitzicht mooi...Ans en ik hebben gelukkig de plannen voor vandaag al klaar. We willen nu eindelijk eens (een deel) van de wandeling om de Peitlerkofel maken. De wandeling staat beschreven in de “Wandelgids Dolomieten” van de ANWB: het is wandeling 2 “De Roda de Pütia”. Het karakter van de wandeling staat omschreven als “Eenvoudige wandeling over goede paadjes; de voet van de noordwestelijke helling van de Peitlerkofel is minder geschikt voor mensen met hoogtevrees en ervaring met bergwandelen is een pre.”. Voor het stijgen en dalen wordt in de gids 450 m aangegeven. Tja, dat moet te doen zijn, we hoeven tenslotte niet de hele wandeling te doen. Nu kun je het lui, dom, naïef of weet ik wat niet meer noemen, maar tot nu toe heb ik nog maar weinig aandacht besteed aan het grafiekje dat bij deze wandeling in de wandelgids staat afgebeeld. Wellicht ben ik teveel bezig met andere zaken en vertrouw ik volledig op m’n Ans en de rest van ons vakantiegezelschap. Tju, wat zal me dat vandaag nog opbreken! ...

Het gaat nu verder over het brede pad 8a dat alras over gaat in een smal maar redelijk begaanbaar bergpad. Rechts van het bergpad wordt het steeds steiler.
Dit deel van de wandeling is nog tamelijk glooiend en ondanks dat we als gekken aan het fotograferen zijn, gaat het tot aan hier redelijk goed. Wij gaan van pad 8a over pad 4 naar de Peitlerscharte.

Dit deel van de wandeling is nog tamelijk glooiend ...... Kees en Anita vertrekken naar de Würzjoch (Passo di Erbe) en Ans en ik rijden even later weg omdat ik uit voorzorg nog eerst wat bezoekjes aan het toilet wil brengen. Wij rijden over St. Andrea bij Brixen naar de Würzjoch. We hebben kennelijk onszelf toch wat verkeken over de afstand naar de Würzjoch, maar na een tijdje achter een melkauto te hebben aangereden, komen we even voor elf uur aan bij Ütia de Börz boven op de Würzjoch. Het is er behoorlijk druk en de parkeerplaats staat overvol. Gelukkig heeft Kees een plaatsje gevonden boven naast hotel Ütia de Börz en kunnen we daar alle twee onze auto’s kwijt.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee, maar met mijn lichaam wordt het extra oppassen geblazen.Nadat we onszelf gelaafd hebben aan een kop cappuccino, beginnen we om half twaalf aan de wandeling. De wandeling voert ons over pad 8a richting de Petilerkofel. Ütia Ranch laten we links liggen en we nemen het pad schuin naar rechts dat ons door het natuurpark Puez-Geisler voert, een van de zeven beschermde natuurgebieden in Zuid-Tirol. Het pad gaat nu tamelijk steil omhoog. De kale berg aan de andere kant is de Plose, de huisberg van Brixen, die bij ons bekend is van onze vakanties in 2004. Het gaat nu verder over de Kampatschwiesen tot aan afslag pad 8b en als alles goed is moeten we hier straks terugkomen.

De wandeling gaat hier langs de steile helling van het dal van de Schartenbach in.Het gaat nu verder over het brede pad 8a dat alras over gaat in een smal maar redelijk begaanbaar bergpad. Dit deel van de wandeling is nog tamelijk glooiend en ondanks dat we als gekken aan het fotograferen zijn, gaat het tot aan hier redelijk goed. De wandeling gaat hier langs de steile helling van het dal van de Schartenbach in. Uitgerekend hier, laat mijn Ans de zonnekap van haar fototoestel uit haar handen vallen. En ik ben er getuige van dat dit ronde kleinood na één keer stuiteren de helling gaat afrollen. Gelukkig blijft het zo’n anderhalve meter lager in de struiken hangen. De fotograaf had het nog gezegd: “Zorg dat je die kap niet verliest, want deze is niet goedkoop!”. Tja, in sommige dingen is m’n Ans nu eenmaal niet zo handig. Maar, dat moet gezegd: m’n Ans is ook niet bang uitgevallen. Blind vertrouwend op mij, laat Ans zich aan mijn wandelstok een stukje naar beneden zakken en weet keurig de kap uit de struiken te vissen.

Maar dan, volgens het boekje komt nu het zwaarste deel van de wandeling.Nu wordt het opletten. In de wandelgids staat het al aangegeven: “Pas op, u loopt vlak langs een steile afgrond en u moet goed opletten waar u uw voeten neerzet.” Een gewaarschuwd mens telt voor twee, maar met mijn lichaam wordt het extra oppassen geblazen. Het lukt mij zelfs over een blad te vallen en hier is het smal, rechts steil naar beneden, liggen er de nodige stenen op het pad en moeten er ook nog wat hindernissen worden genomen; het moet nu niet echt gekker worden.

(Videoclip)

Na de helling gaat het verder over pad nr. 4. Dit pad maakt deel uit van de Dolomieten-Höhenweg nr. 2, dat hoog door de bergen van Brixen (Bressanone) naar Peltre, in de provincie Belluno, loopt.

Eenmaal boven op de Peitlerscharte komt uit wat het boekje ons heeft beloofd: het uitzicht is prachtig.Maar dan, volgens het boekje komt nu het zwaarste deel van de wandeling. Het gaat nu tussen de hellingen van de Peitlerkofel en de Aferer Geisel steil omhoog door een stenige gleuf vol met grote rotsblokken. Hier krijg ik toch wel héél erge twijfels over het volslagen van onze missie. Mijn grootste angst bij dit soort hindernissen is het vallen tussen de rotsblokken. Al menigmaal heb ik mezelf in gedachten al ergens zien liggen met mijn gebit aan diggelen of, wellicht nog erger, met mijn rug op een steen. Ik spreek mijn twijfels uit tegen de rest van mijn gezelschap en vertel er meteen bij dat ik hier misschien wel omhoog kan komen, maar naar beneden is een ander verhaal; volgens mijn inschatting lukt dat nooit.

Ik informeer eens bij wandelaars die naar beneden komen hoe de wandeling vanaf boven verder verloopt. Volgens de meeste is dit het zwaarste stuk en gaat het vanaf boven redelijk goed verder. Vertrouwend op deze uitspraken weet Ans mij telkens een rotsblok verder omhoog te trekken en met elke rotsblok verder besef ik ook dat de weg terug steeds moeilijker wordt. Kees en Anita die al een stuk verder omhoog zijn wachten even op ons. Een korte pauze is in deze situatie welkom en onder het eten van een appeltje kijk ik de afgelegde weg naar beneden en stel vast dat “het point of no return” volgens mij is bereikt. Dit red ik volgens mij nooit om vanaf hier zonder kleerscheuren naar beneden te komen. Kortom, vanaf hier is er nog maar één weg en die is omhoog. ...

Op dit bankje is het genieten van het prachtig uitzicht. Vanaf de top van de Peitlerscharte kun je alle richtingen op.
... Eenmaal boven op de Peitlerscharte komt uit wat het boekje ons heeft beloofd: het uitzicht is prachtig. Diep onder ons strekt het groene Gadertal zich uit en daarachter verheft zich het massief van de Kreuzkofel. Verder naar rechts verheft zich het indrukwekkende Puez-massief, en boven ons rijst de top van de Peitlerkofel op. We nemen uitgebreid de tijd om alles op ons in te laten werken en op een bank eten we wat brood. ...
Eenmaal boven op de Peitlerscharte komt uit wat het boekje ons heeft beloofd: het uitzicht is prachtig.

Stil zitten is voor mij moeilijk en ik loop alvast een stuk richting de Franz-Schlüter-Hütte voor het maken van wat foto’s.... Al genietend en enigszins in de waan dat we ver van de bewoonde wereld verstoken van elk menselijk contact leven, wordt ik plots uit mijn droom gehaald door een piepje van mijn mobieltje. Er is een bericht binnen gekomen. Tja, van wie zal dan nu wezen? “Hé Anita, ik krijg een berichtje van jou binnen! Ik lees dat jullie zo dadelijk even langs komen. Had je mij ook zo wel mogen zeggen!” Anita, die naast mij zichzelf zit te laven aan een flesje bronwater, is zich van geen kwaad bewust. Wat blijkt? Dit is het berichtje dat Anita vanmorgen om 7:56 uur heeft verstuurd. Anita heeft een inferieure GSM-provider. Want, na bestudering van de overige berichtjes die nog op mijn mobieltje staan, blijkt dat ook het berichtje dat we gisteravond op de terugweg van de Antholzer See hebben ontvangen, de avond ervoor is verstuurd. Zo, dat probleem is ook weer opgelost.

Stil zitten is voor mij moeilijk en ik loop alvast een stuk richting de Franz-Schlüter-Hütte voor het maken van wat foto’s. Een grote rotsblok verspert hier mijn weg en alleen is voor mij deze hindernis niet te slechten. Helaas, de rest van het gezelschap is niet te porren voor een wandeling naar deze hut en dat is maar goed ook. Ik bestudeer nu het kaartje in onze wandelgids eens grondig om toch wat inzicht te krijgen wat mij nog te wachten staat. Tot mijn grote ontsteltenis zie ik dat mijn liefhebbende Ans een einde aan onze innige relatie probeert te brengen. “Ans, hier staat dat de wandeling zestien kilometer lang is! En volgens het kaartje is datgene wat we moeten afleggen nog bijna drie keer zo lang dan het gene we hebben afgelegd!”. Ans, nooit van d’r stuk te brengen probeert mij gerust te stellen dat we samen tot nu toe alle problemen hebben overwonnen en dat dit ook wel zal lukken: “Komt allemaal goed!”, klinkt uit haar mond en een beetje paniekerig denk ik terug aan deze uitspraak die ik de laatste tijd zo vaak heb gehoord uit de mond van die lui die aan mijn huis aan het werken waren tijdens onze verbouwing. Die werklui zeiden er nooit bij wie er voor moet zorgen dat het ‘allemaal goed komt’. Tot nu toe heb ik er zelf voor moet te zorgen dat het ‘allemaal goed komt’, en ik vrees dat Ans niet van plan is om mij op haar rug naar Ütia de Börz terug te brengen. ...

Een grote rotsblok verspert hier mijn weg en alleen is voor mij deze hindernis niet te slechten, maar wel een mooi punt voor een foto.
Eerst probeer ik het alleen met mijn twee stokken, maar even later loop ik als een mak lammetje aan de hand van Ans naar beneden.... Al een tijdje heb ik vanaf hierboven het pad zitten te bekijken dat we naar beneden moeten., een steil pad bestaande uit losse (rollende) steentjes. Eerst probeer ik het alleen met mijn twee stokken, maar even later loop ik als een mak lammetje aan de hand van Ans naar beneden. Omdat ik steevast met doorgezakte knieën loop, worden mij bovenbenen bij dit soort eenzijdige en lange afdaling dermate belast, dat na verloop van tijd het gevoel volledig uit mijn benen verdwijnt. Het kan dan ook niet uitblijven: eenmaal op een wat vlakker stuk let ik even niet op en zak ik als een aangeschoten stuk wild door mijn benen en kukel tegen de grond. Hoewel de ‘landing’ op zich zacht is te noemen, hebben de scherpe steentjes een vernietigende uitwerking op mijn tedere huid van mijn rechter knie. Met het nodige getrek weten Ans en Kees mij omhoog te krijgen. Tju, dit verhoogt nu niet bepaald mijn zelfvertrouwen en al helemaal niet het vertrouwen op een goede afloop met nog minimaal vier uren wandelen voor de boeg. ...
Snel veeg ik de meeste steentjes van mijn knie ...
... Het leven gaat door en we moeten verder. Snel veeg ik de meeste steentjes van mijn knie en we gaan nu door de kleine Wiesental die al vanaf de Peitlerscharte was te zien. ...
(Schoon)zus(ter) Anita heeft zo haar bedenkingen over de wond en de geïnteresseerde vliegen.

Het gaat nu verder langs de Potzalm over het brede ‘hooipad’, zoals deze route door de plaatselijke bevolking wordt genoemd, ... ... Het gaat nu verder langs de Potzalm over het brede ‘hooipad’, zoals deze route door de plaatselijke bevolking wordt genoemd, en vervolgens licht stijgend en dalend lans de voet van de zuidflank van de Peitlerkofel over de almweiden van Ciaineur en Vaciara. Er groeien hier veel primula’s, steenbreek en zwarte vanilleorchissen die van mij nu even iets minder aandacht krijgen dan dat ze normaal aan schoonheid verdienen. Bijzonder is het paarsrood bloeiende alpengras, een soort dat eigenlijk in het Middelandse-Zeegebied thuishoort.

Bij Ütia Vaciara Hütte lassen we een pauze in. Enerzijds om de wond aan mijn knie te reinigen, anderzijds om iets te drinken. Maar hoe lossen we dit nu op?Bij Ütia Vaciara Hütte lassen we een pauze in. Enerzijds om de wond aan mijn knie te reinigen, anderzijds om iets te drinken. De eigenaar van deze hut is zeer vriendelijk, iets wat we zo vaak tegenkomen en dat je in steden nauwelijks tegenkomen. De bediening is vlot en er altijd tijd voor een praatje of het geven van advies. De cappuccino smaakt zo goed, dat we er nog een bestellen. Ondanks deze heerlijke cappuccino ben ik aan het einde van mijn Latijn. Anita stelt voor om aan de eigenaar te vragen of ik straks met hun mag mee rijden naar Ütia de Börz. Maar dat is mijn eer te na. Volgens de eigenaar de Ütia Vaciar Hütte is het vanaf hier nog zo’n anderhalf uur lopen, dat moet te doen zijn. Inmiddels heb ik met een glas water en een zakdoek de wond aan mijn knie schoon gemaakt en heeft Anita er een verbandje op gedaan. Kijk, het is toch wel handig als je iemand bij je hebt die weet hoe het moet. ...

Bij Ütia Vaciara Hütte lassen we een pauze in. Inmiddels heb ik met een glas water en een zakdoek de wond aan mijn knie schoon gemaakt ...
Altijd fijn als je iemand bij de hand hebt die er verstand van heeft. Tja, en dan is het tijd voor een (tweede) lekkere kop cappuccion.
Wanneer we even later verder gaan, gaat het eerste stukje steil omhoog door de weiden ...
Vanaf hier hebben we uitzicht op de Plose en de Lüsener Berge.... Wanneer we even later verder gaan, gaat het eerste stukje steil omhoog door de weiden en gaat dan wat minder steil naar de Gömajoch (2111 m). Op deze pas hebben we in noordelijke richting zicht op de hoofdkam van de Alpen. Het gaat nu verder over pad 8b, dat in de richting van de Würzjoch afdaalt. Vanaf hier hebben we uitzicht op de Plose en de Lüsener Berge. Nadat we aan de rand van het bos een puinhelling zijn overgestoken, daalt het paadje af naar de Pra de Pütia (Peitlerwiesen). Het gaat me nu steeds moeilijker af en moet steeds zwaarder aan de hand van Ans gaan hangen. Voor ons doemt de Peitlerkofel weer op, die van deze kant uitziet als een reusachtige bult. Het pad 8b voert ons nu verder over schuin naar links vrij steil omhoog door de weide. ...
Het pad is te smal om nog naast Ans te lopen en het gekraak dat ik in Ans d’r pols voel doet mij besluiten om mezelf aan haar rugzak vast te houden. En met mijn hoofd naar beneden, om niet te struikelen, sjok ik achter m’n Ans door de dit sprookjesachtige deel aan.

Ütia de Göma... Even later passeren we de hut Ütia de Göma, die een stukje lager in de weide ligt. Het pad gaat nu verder omhoog naar een zadel en komt uit bij een schaduwrijk bos. In dit bos wordt het pad, dat tamelijk steil afloopt, nogal oneffen. Het is een sprookjesachtig mooi gebied: het bos bestaat uit dwergdennen en kruipdennen, er groeien allerlei prachtige bloemen, en overal zien we door de bliksem gespleten stammen en reusachtige rotsblokken, die ooit van de Peitlerkofel naar beneden zijn gekomen. En beste lezer, deze schoonheid gaat voor een deel aan mij jammer genoeg voorbij. Het pad is te smal om nog naast Ans te lopen en het gekraak dat ik in Ans d’r pols voel doet mij besluiten om mezelf aan haar rugzak vast te houden. En met mijn hoofd naar beneden, om niet te struikelen, sjok ik achter m’n Ans door de dit sprookjesachtige deel aan. ...

... overal zien we door de bliksem gespleten stammen en reusachtige rotsblokken, die ooit van de Peitlerkofel naar beneden zijn gekomen. We lopen uiteindelijk weer bij de Kampatschwiesen en een eindje voorbij de hut Alpa Fornella komen we weer uit op pad 8a.

Aan alles komt een einde, dus ook aan deze slijtageslag. Vanaf hier is het nog zo'n half uurtje te gaan....Aan alles komt een einde, dus ook aan deze slijtageslag. We lopen uiteindelijk weer bij de Kampatschwiesen en een eindje voorbij de hut Alpa Fornella komen we weer uit op pad 8a. Het is gelukt, dat stukje naar Ütia de Börz is nu een peulenschil. Rond zeven uur zijn we terug bij Ütia de Börz. Kees en Anita hebben nog een afspraak met Marianne en Vincent en rijden snel naar Feldthurns. Ans en ik doen het wat rustiger aan en rijden even later door het Villnösstal naar Feldthurns. We hadden gehoopt dat het rond dit uur niet zoveel tegenliggers zouden krijgen op deze smalle weg, maar met een regelmaat moeten we toch volop in de rem voor een roekloze dames die net iets te ruim de bochtjes nemen.

Eigenlijk hebben we voor vanavond een afspraak gemaakt met Sandra en Bart dat we naar hun toe zouden gaan. Helaas de inspanning van vandaag heeft zijn tol geëist. En terwijl Ans het eten klaar maakt, stuur ik twee berichtjes naar Sandra en probeer uit te leggen dat het een inspannende dag is geweest, dat ik te vermoeid ben en dat we helaas vanavond niet kunnen komen. Snel krijg ik van Sandra een bericht terug.

Het eten smaakt vanavond heerlijk en de wijn doet de moeheid nog verder naar mijn benen zakken. Het zien van de foto’s maakt gelukkig veel goed en voldaan hangen we dan ook met z’n tweetjes op de bank, uitziend naar morgen. Waarom? Dan treffen we een aantal leden van de alpenfreaks. Eindelijk zullen we Wouter in levende lijve zien.

vorige pagina /
volgende pagina