Ans en Frans Jacobs, Frans en Ans Jacobs,
Ans Jacobs, Frans Jacobs, Nadelgrat, Graechen, Grächen, Gruber, Rittinen,
Mattmark, Mattmarksee, Mattmarkstuwmeer, Monte Rosamassief, Durfourspitze,
Visp, Täsch, Gornergat, Gornergratbahn, Zermatt, Matterhorn, Mattertal,
Wallis, Valais, Riffelalp, Riffelberg, Rotenboden, Riffelsee, Matterhorngletscher,
Moosalp, Kandersteg, Steg, Goppenstein, kander, Törbel, Embt, Stalden,
Hannigalp, Mattmarksee, Saastal,Stalden, Neubrück, Zermatt, St. Niklaus,
Brig, Sion, Mund, Ulrichen, Naters, Beinhaus, beenhuis, Nufenenpas, Nufenenpass, Airolo
... Om half twaalf zitten Ans en ik in de auto naar Naters. In Naters willen we een kleine wandeling doen. Het bezoek van Dien blijkt bij Ans het een en ander ontregeld te hebben, want Ans ontdekt op de weg naar Stalden dat ze de verkeerde wegenkaarten heeft meegenomen. Geen nood, ook zonder kaart redden we het wel. Bij de laatste rotonde in Visp merkt Ans met een “shit!” op, dat ze ook haar wandelsokken is vergeten. Het moet nu niet gekker worden. Snel besluit ik in mijn mannelijke inventiviteit de parkeerplaats van Carrefour op te rijden, deze megasuper zal zeker wel een paar sokken in de aanbieding hebben. In Naters rijd ik mijn Astra op een centrale parkeerplaats. Nadat we onze wandelschoenen hebben aangedaan, gaat het als eerste richting kerk. ... |
... Achter de kerk aan het rustige plein ligt het Beinhaus uit 1514: een wat lugubere ‘muur’ van zorgvuldig opgestapelde schedels. Even laat ik de tekst op de bint boven de schedels op mij inwerken: “Was Ihr seid, das waren wir; Was wir sind, das werdet Ihr”. Deze ‘oneliner’ is een waarheid als ’n koe, maar hoe mooi en diepzinnig, nu even niet. Hoewel ..., ik kan het weer niet nalaten om mijn Ans de 'diepgang' van deze tekst bij te brengen. Maar Ans, schijnbaar niet onder de indruk van al deze aanstarende 'holle ogen', spoedt zich met haar nieuwe camera verder. Even voorbij de kerk staat een erg oude linde, die voor het eerst in 1357 werd genoemd en nog steeds gezond blad draagt. Maar voor hoe lang nog bedenk ik, terwijl ik toezie hoe enkele kinderen onder het (toeziend) oog van hun (touristen) ouders de kwetsbare stam beklimmen. |
... Ans en ik besluiten om richting Birgisch (1091m; 1:15 uur) te lopen, beseffend dat ik dat toch niet zal halen. Het is op de helling onder de bomen benauwd en terwijl ik mijn uiterste best doe zonder te struikelen over de stenen naar boven te lopen, doet mijn grote teen van mijn linker voet verwoede pogingen het leer van mijn nieuwe Meindleschoenen op duurzaamheid te testen. ... |
... Onder een zeurende, bij vlagen stekende, pijn probeert mijn grote teen zich een weg naar het zonlicht te banen zoals een grassprietje dat doet door het asfalt. Tsja, op de pagina "De dag vooraf" had ik al gezegd dat ik mijn nieuwe bergschoenen niet had kunnen inlopen. Nu, de eerste kleine wandeling, laat mijn grote teen al voelen dat ie zijn vakantie liever in z'n oude vertrouwde en afgetrapte Lowa's doorbrengt. Net goed op weg, komen de dreigende wolken, die constant om de toppen hebben gehangen, steeds verder het dal in, De beslissing om terug te keren blijkt een juiste te zijn, want even later valt het er met bakken uit. Niet alleen de regen maakt ons nat, ook al te enthousiaste sproeiers in een weiland dragen hun steentje (lees: nattigheid) bij. In onze afdaling weet Ans plots te melden dat haar broek, zwaar geworden door al het water, afzakt. Ans blijkt meer te zijn vergeten, ook haar broekriem. Gelukkig heeft mijn Ans mooie maten en blijft haar broek net op haar sierlijk gevormde taille hangen. Nu laten Ans en ik ons niet zo snel ontmoedigen en even later zetten we dan ook koers richting Mund. Onze Astra gedraagt zich als een volwaardige kruiser: rustig brengt hij ons ‘stroomopwaarts’ in Mund terwijl de ruitenwissers hun uiterste best doen het overvloedige regenwater van de voorruit te halen. Helaas, buiten wat auto’s, huizen en een nat wegdek is er weinig van de mooie bergwereld te zien. Enigszins teleurgesteld, besluiten we om naar Carrefour te rijden, drinken we daar een kopje cappuccino en doen we alvast boodschappen. ’s Avonds weet Ans een lekkere maaltijd met wat mie klaar te maken, het restant Pinot Noir wordt gebruikt om het geheel weg te spoelen. Om kwart voor acht gaan Ans en ik, op uitnodiging van Dien, op de koffie bij Magda,. Gezellig brengen we al keuvelend de avond door. Mijn darmen dwingen ons om elf uur afscheid te nemen. Onder een heldere hemel lopen Ans en ik de trap naar onze woning af. “Goh, wat is het koud!”, roepen we bijna gelijktijdig. P.S. De bastaardlibel hier rechtsboven heeft Ans op donderdag gefotografeerd. De foto die Ans vandaag van een bastaardlibel heeft gemaakt, is door een onjuiste instelling te donker geworden; u komt deze foto verderop in het verslag dus nog een keer tegen. |
volgende pagina |