Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen
Natuurgebied De Brand

De Zandkantse Leij De ontstaansgeschiedenis van de Loonse en Drunense Duinen is een samenspel van natuurlijke processen én menselijk handelen.

De ijstijd
Gedurende de barre poolwinters van de laatste ijstijd waaide zand en leem uit het noordelijk gelegen Maasdal. Hierdoor ontstonden zandruggen op verschillende plaatsen in Brabant. Een zacht glooiend landschap, met afwisselend hoge zandbulten en laag gelegen leemhoudende bodems, vormde het beeld van het toenmalige landschap. Hier tussendoor kringelden vele laaglandbeekjes ook wel Ley genoemd. De dekzandrug van de Loonse en Drunense Duinen werd omringd door moerassen. In het noorden en westen lagen de venen van de Langstraat en Kaatsheuvel, ten zuiden en oosten de beekdalen van de Zand- en Broekley.

Bewoning
Al snel werden de randzones van de huidige duinen bewoond. Toen de mens in de Middeleeuwen veel van de natte gebieden ging ontwateren en bewerken, verdroogden de hoge gronden van de zandrug. Door deze schrale en droge bodem hebben boeren zich in het verleden tot het uiterste moeten inspannen om hun gronden productief te houden. Om de zandgrond vruchtbaar te maken werd deze op diverse manieren bemest, maar deze methode bleek funest te zijn voor de kwetsbare omgeving.

De Zandkantse LeijZandley
Het stuivende zand heeft er ook voor gezorgd dat er een totaal ander landschap kon ontstaan. Het heeft er namelijk voor gezorgd dat de bedding van het riviertje de Zandley aan het einde van de laatste ijstijd dichtstoof. Hierdoor ontstond een veel natter gebied 'De Brand'.

Het ontstaan van De Brand
De Brand was van oorsprong een uitgestrekt veenmoeras dat ontstond op de slecht doorlatende leemhoudende bodem in het Zuiden. In de daarop volgende eeuwen verlandde het moeras en werd het veen gestoken en gedroogd. De zo ontstane turf werd als brandstof gebruikt en verhandeld. Hier komt de naam 'De Brand' vandaan.

De loop van de Zandley verlegde zich in oostelijke richting. Tegenwoordig is deze omzoomd door fraaie bossen en weiden. Op veel plaatsen komt schoon en mineraalrijk grondwater uit de bodem omhoog. Hierdoor is er een rijke flora en fauna is ontstaan.

De Zandleij in het natuurgebied de Brand

De subtiele schoonheid in het natuurgebied de BrandHet beek- en moeraslandschap De Brand
Door de vochtige omgeving is de Brand een zeer geschikt leefgebied voor planten en dieren. Vele reptielen en amfibieën leven in en rond de zompige moerassen en weilanden. Hier komen zelfs de zeldzame Boomkikker en Hazelworm voor. Vogels, zoals de Blauwe reiger komen hier veelvuldig voor. Ook de Blauwborst en de Waterral zijn hier te vinden.

De Brand is 390 hectaren groot en behoort toe aan het Noordbrabants Landschap. Het is een gevarieerd gebied in het dal van de Zandkantsche Leij en bestaat uit bossen en moerassen, afgewisseld met vochtige graslanden. Vooral het oostelijke deel is zeer vochtig met overgangen van open water tot moerasbos. Met name in dit deel, waar veel riet groeit, komen bijzondere vogels voor zoals waterral en blauwborstje. In het uiterste oosten liggen oude eikenbossen met broedvogels als zwarte specht, bosuil en wielewaal. De Brand grenst in het noorden aan het veel drogere stuifzandgebied van de Loonse en Drunense Duinen.

Gevarieerde flora in de BrandDe Brand bestaat uit moerassen, diverse bostypen en schrale graslanden, een gebied van een subtiele schoonheid. Doordat het niet overal even nat en voedselrijk is kent de Brand een afwisselende vegetatie. Op natte redelijk voedselrijke gronden kan elzenbroekbos ontstaan met waterviolier, veenmos, stijve zegge en zwarte bes in de in onderbegroeiing. Op de voedselarmere gronden is daar het berken-elzenbroekbos. Dan zijn er nog de de (oudere) zomereiken met bosbes en adelaarsvaren eronder en de ruisende rechte populieren (peppels) langs de zomen van de weilanden. Als tussenfase tussen opgaand bos en moeras treffen we wilgen/gagelstruweel en dikke rietkragen - op drogere stukken langs graslanden en slootkanten bloeien de gele hengel en echte koekoeksbloemen.

Een zo gevarieerd terrein kent ook een rijke fauna. Tientallen heidekikkers delen alle drassigheid met prachtig vette groene kikkers. Talrijke vlinders ( o.a. grote weerschijnvlinder, kleien ijsvogelvlinder, eikepage, boomblauwtje en koninginnepage), reeën en vogels ( waterral, sprinkhaanrietzanger, rietgors, kleine karekiet, kleine bonte specht, boomklever en wielewaal) vinden er elk wat wils...

Toch is inmiddels meer dan de helft van de Brand in cultuur gebracht. Dit cultuurland is nog tamelijk kleinschalig. Een aanzienlijk aantal percelen hiervan zijn inmiddels aangekocht en worden extensief beheerd door Brabants Landschap. De overige delen van het gebied zijn bossen en moerassen. Er komen hogere en lagere delen voor met een grote variatie in bodemtypes en grondwatertrappen. De leemrijke bodem maakt veel gronden weinig doorlatend, samen met het op veel plaatsen opborrelende kwelwater zorgt het voor een hoge vochtigheidsgraad in het gebied het gehele jaar door. En dat is goed te merken. De wandelpaden zijn er drassig en aan de oever van de in de jaren zestig gegraven Zandleij is het oppassen niet uit te glijden.

Klik hier voor een vergroting

Klik hier voor de overzichtskaart.

 

Klik hieronder op één van de gerelateerde pagina's: