Ans en Frans Jacobs, Frans en Ans Jacobs,
Ans Jacobs, Frans Jacobs, Wiesenrain, Dorfmann, Feldthurns, Velturno, Zuid
Tirol, Eisacktal, Feldthurns, Klausen, Geislergruppe, Plose, Schlern
... Om 7:45 uur is alles ingepakt en naar de auto gebracht. Omdat bij
de familie Delvai nog geen teken van leven is waar te nemen, besluiten Ans
en ik om nog even te gaan zitten tot kwart over acht. Bij ons afscheid nodigt Maria ons nog even uit voor het drinken van een kop koffie, dat aanbod slaan we niet af ondanks het gegeven dat dit tot de nodige plaspauzes zal leiden. Jammer, Lucas en Iris liggen nog in bed, Werner is voor een aantal dagen uit logeren en Marcus loopt wel rond maar verkeert nog in een fase waarin hij weinig waarneemt van de buitenwereld. ... |
|
Foto rechts: de mooi gelegen woning van de familie Delvai in Strassen met rechtsboven de vakantiewoning. |
...Gezellig wordt er nog wat nagekeuveld, komt het weer ter spraken en al datgene wat Ans en ik de afgelopen week hebben gezien en wat niet. Zo zijn o.a. blijven liggen: een wandeling om de Drei Zinnen, Schloss Bruck in Lienz, het Villgratental, de Obstanser See, de Neue Porzehütte, de Panoramaweg bij Matrei, de Lückner Hütte, de Grossglockner, Innergschloss, etc, etc. Natuurlijk weet ik dat aantal van deze doelen voor mij moeilijk of wellicht niet haalbaar zijn, maar ik had het zeker willen proberen en weet ook dat het bereiken van deze doelen bij een volgende kans alleen maar meer problemen zal opleveren. ... | |
Foto links: uitzicht vanaf het balkon op de Dreifaltigkeitskirche van Strassen. |
...En dan …, het onvermijdelijke moment is daar: ons afscheid. Ans
en ik omhelzen hartelijk, geven Oskar en Marcus een hand en bedanken iedereen
nogmaals voor die mooie week en de genoten gastvrijheid. Natuurlijk …,
van Maria krijgen we nog twee spekken mee. Ans en ik spreken de wens uit
dat we elkaar nog eens kunnen ontmoeten en dat we dan graag willen betalen
voor ons verblijf. Weemoedig lopen Ans en ik met onze spekken naar de auto, stappen in, zwaaien nog een keer naar Maria op het balkon en rijden weg. Weg van een plek die ons zeer dierbaar is. ... |
|
Foto rechts: voor de laatste keer over de trap naar beneden. Foto onder: koukleumen op de Grödner Joch. |
... Omdat de lucht richting het westen er niet slecht uit ziet, nemen
we het besluit om via Cortina en verschillende passen naar Feldthurns te
rijden. Echter, richting Cortina d’Ampezzo begint het te regenen en
gedurenden de gehele rit verandert dat niet. De rit gaat via Passo di Falzarego, Passo di Campolongo, Passo di Gardena en Val Gardena naar het Eisacktal. Op de Passo di Gardena komt de temperatuur niet boven de 4 graden uit. Van foto’s maken komt niets terecht, maar ondanks het slechte weer, is het vooral op de Passo di Campolongo en Passo di Gardena zeer druk met koukleumende wielrenners en motorrijders. ... |
... Rond 12:00 uur eindigt onze passenrit op de parkeerplaats van Antonia en Johann Dorfmann. Het valt ons meteen op dat het gedeelte van de weg tot voorbij de woning van de Dorfmann’s is geasfalteerd. Wat blijft is de ongelukkige inrit naar hun parkeerplaatsje. Antonia wacht ons bij de voordeur op en vraagt meteen of Ans en ik wat willen drinken. Na zoveel regen toch nog dorstig? Ja! Terwijl we met z’n drieën naar de woning van Antonia lopen, vraag ik nieuwsgierig of Johann ook aanwezig is. “Johann is aan het kersen plukken.”, antwoord Antonia mij. En meteen volgt er een volledige uiteenzetting van Johann’s bezigheden. Er zitten wormen in de kersen en om de volledige oogst niet verloren te laten gaan, plukt Johann de aangetaste kersen en brandt er snaps van. Meteen denk ik aan de woorden van Johan Cruijff en een lach verschijnt op mijn gezicht. Even later komt Johann binnen en een storvloed van onvervalst Zuid Tirols stroomt over zijn lippen. Ik begrijp er niets van en aan de ogen van Ans te zien, zij evenmin. Ik neem Johann bij zijn arm en zeg: “Wen du so snell redest verstehe ich dich nicht!”. Ik leg hem uit dat Ans en ik het probleem al te horen hebben gekregen en dat er ondanks de wormen toch wat extra snaps gebrand kan worden. Er verschijnt een ‘dorstige’ glimlach op Johann zijn gezicht. Och, leg ik hem uit, nog steeds met de legendarische woorden van Johan Cruijff in mijn gedachten: “Jeder Nachteil hat sein Vorteil!”. Antonia moet hier hartelijk om lachen en Johann zit als een betrapte dief wat voor zich uit te staren. ... |
... Even later stel ik voor om onze Astra leeg te ruimen zodat Ans en ik wat kunnen uitrusten. Zowel Johann, Antonia en Ans hebben onze bagage in een mum van tijd naar onze vakantiewoning op de derde etage gebracht. De opgetrommelde zoon van Johann en Antonia (Reinhard), meldt zich lachend zodra alles boven is. Heerlijk zo’n jong, en ik bedank hem met een vriendelijke lach voor zijn aangeboden hulp. Terwijl Antonia en Johann de deur uitgaan, blijven Ans en ik in de woning achter. Ans gaat meteen uitpakken en ik ga, nadat ik mijn werk heb gedaan, op het balkon wat zitten na te mijmeren over ons afscheid van Maria. ... |
|
Foto links: ik zit nog wat na te mijmeren over ons afscheid van Maria. |
... Nadat Ans alles heeft uitgepakt en even heeft gezeten voor een kop koffie, besluiten we om boodschappen te doen en vooraf even langs Kees en Anita te rijden. Zonder problemen wordt de woning gevonden achter de kerk van Feldthurns. Kees heeft ons al gezien en verschijnt in de deuropening van de familie Delueg. Beiden zitten heerlijk samen met Marianne en Vinzenz Delueg in de keuken van hun gastvrouw een kop koffie te drinken. Ans en ik stellen onszelf voor en meteen wordt ons een kop koffie met een stuk koek aangeboden. Gezellig zitten we met z’n zessen over van alles en nog wat te keuvelen. Nadat wij de woning van Kees en Anita hebben bekeken, rijden Ans en ik naar Klaussen om boodschappen te doen. ... | |
Foto rechts: woning van familie Delueg. |
... Hoewel Antonia en Marianne hebben gezegd dat de Spar-supermarkt in Klaussen open is, blijkt deze bij aankomst toch gesloten. Dan maar naar Brixen. De supermarkt in Brixen is groot en het boodschappen doen wordt dan ook verheven tot een plezierige bezigheid. ’s Avonds, na het eten, lopen Ans en ik nog even naar de vakantiewoning
van Kees en Anita. Bij het vertrek komen wij Antonia en Johann tegen.
Johann probeert mij in zijn dialect duidelijk te maken, dat ik mijn auto
in zijn garage mag zetten. Zoveel begrip en gastvrijheid ontvangen, is
voor mij toch altijd weer moeilijk. In eerste instantie wijs ik het aanbod
dan ook af, maar na enig aandringen van Johann, zeg ik toe de volgende
keer van zijn aanbod gebruik te zullen maken. |
Over Feldthurns Prähistorische Funde bezeugen, dass Feldthurns bereits um 1000 vor Christi Geburt besiedelt war. Der Name Feldthurns - früher Velthurns - ist rätischen, also vorrömischen Ursprungs. Nach den Historikern hätten die ersten Edlen von "Velthurns" in der Gegend des heutigen Schrambach eine Burg besessen, von ihr ist nichts mehr erhalten. Nachweisbar aber stand eine Burg namens "Ziern" auf dem Pflegerbühel, sie gehörte den um 1112 auftauchenden "Herren von Velthurns". (Bron: http://www.feldthurns.com) |
"Ötzi", ein Feldthurner? Der am 19. September 1991- in Südtirol (Italien) beim Tisenjoch nahe dem Hauslabjoch in den Ötztaler Alpen oberhalb des Niederjochferner in 3210 m Höhe - aufgefundene Ötzi stammt nach jüngsten wissenschaftlichen Erkenntnissen vermutlich aus dem Eisacktal, vielleicht aus Feldthurns. Vor etwa 5000 Jahren, in der Kupferzeit waren viele Werkzeuge noch aus Feuerstein. Kupfer, das erste vom Menschen verwendete Metall, war selten und genoss kultische Verehrung. Möglicherweise war der Mann, "Ötzi"aus dem Hauslabjoch auf der Suche nach dem kostbaren Metall, als er ums Leben kam. Die Archäologen haben Keramikgefäße der so genannten Glockenbecherkultur ausgegraben. Wichtigster Fund war eine Begräbnisstätte in Form eines etwa 20 Meter langen ovalen Steinhaufens. Gekrönt war der gewaltige Steinhaufen von einem Menhir, der Abbildungen von Beil, Dolch, Pfeilspitze und Bogen zeigt. Bisher wurden im gesamten Alpenraum nur drei derartige Kultstätten ausgegraben, nämlich in Aosta, im Wallis und eben in Feldthurns. Das Vorhandensein von Kupferschlacken bezeugt, dass die damaligen Feldthurner es bereits verstanden, dieses Metall zu verarbeiten. Dies würde auch mit dem Kupferbeil des Ötzi übereinstimmen. die am 19. September 1991 in Südtirol (Italien) beim Tisenjoch nahe dem Hauslabjoch in den Ötztaler Alpen oberhalb des Niederjochferner in 3210 m Höhe gefunden wurde. (Bron: http://www.feldthurns.com) |
volgende pagina |