Klik hier om naar de Startpagina te gaan
of ga naar JacoPlaza voor
meer informatie.
Ans en Frans Jacobs, Frans en Ans Jacobs,
Ans Jacobs, Frans Jacobs, Dorfmann, Wiesenrain, Feldthurns, Velturno, Klausen, Chiusa, Dolomieten, Dolomiten, Dolomiti, Bozen, Bolzano, Brixen, Bressanone,Eisacktal, Isarco, Villnösstal, Teis, Gufidaun, Langkofel, Platkofel, Geislergruppe, Peitlerkofel, Würzjoch, Ütia de Börz, Ütia Vaciara, Ütia de Goma, Kaltern, Kalterersee, St. Michael, St. Paul, Eggental, Karersee, Lago di Carezza, Passo di Castalunga, Karerpass, Vigo di Fassa, Rosengarten, Penserjoch, Marmolada, Kloster Säben, die Gärten von Schloss Trauttmansdorff, Völserweier, Völs am Schlern, Feldthurnerhof, Eislöcher, Col Raiser, Ciampioni, Marmolada, Canazei, Str. Cristina, Ortizei, St. Ulrich, Lago di Fedaia, Passo di Fedaia, Passo Pordoi, Bindelweg, Wolkenstein, Passo Stella, Val Gardena, Grödnertal, Grödnerjoch, Würzjoch, Oetz, Ötztal, Pitztal, Passo Dello Stelvio, Stilfserjoch, Stams, Imst, Kühtai, Ötzi, Jaufenpas, Timmelsjoch, Kühtai
... Na het ontbijt en de dagelijkse schoonmaakbeurt, maken Ans en ik om kwart over acht een korte wandeling naar het centrum van Oetz. Eigenlijk wist ik het al, maar deze vakantie maakt het nog eens op een doordringende wijze duidelijk: ik heb flink ingeleverd op mijn conditie en mobiliteit. Om dit probleem te lijf te gaan, heb ik besloten om, samen met mijn Ans én mijn nieuwe orthopedische schoenen, elke ochtend een wandeling naar het centrum te maken, in de hoop dat dit een beetje bijdraagt tot het herstel (of, zo u wilt, de algehele aftakeling tegengaat.). De helling voor onze woning is niet steil, maar vergt deze ochtend, mede door de heerlijke notenlikeur van gisteravond, beduidend meer moeite dan gisteren. De kerk is ons eerste foto- en video-object. Om de foto te kunnen maken, moet ik op een helling staan. Zoals gewoonlijk is dit geen sinecure en moet Ans mij te hulp schieten. Even later sta ik met volledig vermoeide en gevoelloze bovenbenen te wankelen en lijkt voortzetting van de wandeling een utopie. Terwijl we langs het kerkhof lopen, zegt Ans plots: “Die belt naar boven!” Eerst begrijp ik niet wat Ans bedoelt, maar vervolgens zie ik op de hoek van het kerkhof een wat oudere man met zijn mobieltje staan te bellen. Tja, die Ans van mij kan soms droog uit de hoek komen. ... |
Over Oetz Een van de weinige huizen van Oetz (825m; 2000 inw.) die nog herinneren aan de vroegere pracht van dit dorp is de Gasthof Zum Stern (13e eeuw), die grote faam geniet door zijn kleurrijke muurschilderingen. Veen schoons van het dorp is verloren gegaan bij de grote brand van 1612, die vrijwel het gehele dorp in de as legde. Oetz werd reeds in de 13e eeuwse kronieken vermeld als boerendorp rondom de burcht Owinstaine (Auenstein), waarvan nu alleen nog maar de resten van een vestingsmuur bij Au zichtbaar zijn. Destijds huisden hier de graven van Sempt/Ebersberg die het Oetztal bezaten. Veel over de geschiedenis van het dal is terug te vinden in de Galerie zum alten Oetztal (geopend wo., za. en zo. van 14-17u.) De hoog boven het dorp op een rotsklomp gelegen parochiekerk St. Georg und Nikolaus is gebouwd op een 14e eeuwse kapel en werd in de 17e en 18e eeuw geheel verbouwd. Die kapel vormt de zogenaamde Unterkirche en bevindt zich onder het koor. Het is een sfeervolle ruimte. Vanaf deze rots is de wijde omgeving al te overzien, maar er zijn ook verschillende wandeltochten te maken: langs de Oetztaler Ache die door een bedding met rotsen en keien langs het dorp stroomt, of naar de nabije Piburger See, ontstaan na een bergstorting. Dit schilderachtige meer en de bosrijke en bloemrijke hellingen rondom staan onder 'Naturschutz', u kunt in het meer wel zwemmen, roeien en vissen. Langs de westelijke oever van het meer loopt over de rotsen een wandelpad naar het piepkleine dorpje Piburg, dat achter de heuvel aan de noordzijde van het meer verscholen gaat. Vanuit Oetz leidt er een weg heen, die via een oude houten, overdekte brug de Oetztalerache oversteekt en in bochten omhoog klimt naar het parkeerterrein (in het dorpje geen autoverkeer) bij dit rustige vakantieoord. (Bron: ANWB reisgids gouden serie "Tirol-Vorarlberg") |
... De kerk van Oetz is een bezoekje waard. De barokke kerk heeft een mooi interieur en wordt door Ans en mij in alle vroegte op de foto gezet. Na de kerk lopen we door de nauwe straatjes van Oetz en fotograferen een aantal mooie geveltjes. Aangekomen in het centrum, maken Ans en ik gebruik van de openbare toiletten op de centrale parkeerplaats van Oetz. Op dit soort openbare toiletten, kan een Nederlander terecht jaloers zijn. Op zo’n moment besef je, dat je in Nederland op dit gebied veel tekort komt. Sterker, het schijnt dat we in Nederland alleen maar een grotere achterstand oplopen. Hier treffen we in ieder geval een ruime en zuivere toiletgroep aan waar menig bezoeker van Oetz met hoge nood met plezier gebruik van kan maken. |
... Rond half tien keren we terug naar Kees en Anita. Bij aankomst in de vakantiewoning, blijken die twee al bijna klaar te zijn. Ons doel van de dag? Wel, dat is het Kühtai. Rond kwart over tien rijden we weg uit Oetz. De weg van Oetz naar Kühtai gaat door het Nedertal. De ingang van dit prachtige dal ligt aan de rand van Oetz. Nog maar net in het dal, attendeert Ans ons op een ree op de helling niet ver van de weg. Snel maak ik met mijn videocamera een opname en een paar foto’s. De Subaru van Kees en Anita heeft geen enkele moeite met het nemen van de steile weg door dit dal. ... |
Door het Nedertal Vanuit Oetz slingert een smalle bergweg (max. 15%) omhoog naar Kütai. Via de gehuchten Oetzerau en Mühlau leidt de Auerklamm (met een oude houten overdekte brug) verder door het Nedertal en het langgerekte Ochsengarten (1542m), een beduidend rustiger oord dan het hoger gelegen Kühtai (1966m). Het luxueuze Hotel Jagdschloss Kühtai, van oorsprong buitenverblijf en jachtslot van de Tiroler vorsten, ligt even voorbij het Längentalstuwmeer, aan de rand van het sterk gemoderniseerde Kühtai in een boomloos almengebied, dat vooral een hotelkolonie voor sanatoriumgasten en wintersporters is. Een wandeltocht van een uur leidt naar de voormalige Finstertaler Seen, op een hoogte van 2240 tot 2250m. Deze meren zijn prijsgegeven ten behoeve van het Finstertaler stuwmeer. In de omgeving zijn echter nog ongerepte kleinere bergmeertjes te vinden zoals de Hirscheben-, Plenderle- en Schwarzmoos See. De grootste bekoring gaat 's zomers toch vooral ut van de prachtige almen in dit gebied boven de boomgrens met onder andere arven en alpenroosjes die eind juni, begin juli bloeien. (Bron: ANWB reisgids gouden serie "Tirol-Vorarlberg") |
... Hoewel de afstand naar Kühtai slechts een twintigtal kilometers betreft, nemen we toch een aantal keren de tijd voor een korte pauze vanwege de schoonheid van dit dal. Aangekomen in Kühtai, zien we dat dit dorp lijkt te zijn uitgestorven. Het is een typische wintersportplaats met, nu, slechts een handje vol bezoekers. Geen probleem, de cappuccino smaakt er niet minder om. De kapel is niet bijzonder en even later zitten we onszelf dan ook aan een heerlijke kop cappuccino te laven terwijl de zon zijn heilzame werking doet door de nodige vitamines voor ons aan te maken. ... |
... Na onze cappuccino, rijden we terug naar de parkeerplaats bij de kabelbaan, de kabelbaan die ons van 2000 meter naar de Drei Seen op 2420 meter moet brengen. Nu had ik al gelezen dat deze kabelbaan van het type “Frei Fahrt mit der kuppelbaren 4-er Sesselbahn mit Wetterschutzhauben” is. Een type kabelbaan dat nu niet bepaald voor mij geschikt is. Maar …, het kabelbaanpersoneel blijkt van het type “ruwe bolster, blanke pit” te zijn. Het begint al bij de kassa. Keurig worden we gevraagd of wij in het bezit zijn van een gastenkaart. Nee dus, volgens mevrouw Pientz is die nergens meer bruikbaar. Terwijl de man achter het luikje naar mij wijst, weet ik dat hij aan Ans vraagt of ik een “behinderte” ben. Tja, volgens mij wel, maar Ans kan de man achter het luikje niet goed volgen en schudt van neen. Later blijkt dat de goede man ‘alles naar waarde heeft ingeschat’ en mij weldegelijk een flinke korting heeft gegeven. Ook aan Kees en Anita wordt naar de leeftijd gevraagd en kunnen zij alle twee gebruik maken van een seniorenkaart. Terwijl we goedgemutst naar de gondel willen lopen, worden we erop gewezen, dat als we de kaartjes bij terugkomst inleveren, voor elk kaartje twee Euro terugkrijgen. Kijk, dat is nog eens service! Bij de gondel wil ik vragen of deze stop gezet kan worden zodat ik zonder vallen kan instappen. Maar terwijl ik net in mijn beste Duits deze vraag willen stellen, wordt de gondel al stil gezet en mag ik aan de hand van deze medewerker instappen. Voordat we boven zijn, staat de medewerker van het bergstation ons al op te wachten en wordt ook voor het uitstappen de gondel keurig stil gezet. ... |
... Een wandeling moet ons naar het stuwmeer “Speicher Finstertal” brengen aan de voet van de Pochkogel (2807m) en de Zwölfer Kogel (2988m). Hierboven is het een en al rust. De enkele wandelaars die via de helling teruglopen naar het bergstation van de kabelbaan, steunen en kreunen flink. En terwijl ik met waggelende benen mezelf probeer staande te houden, hoor ik dit aan en denk in mijn naïviteit dat deze mensen eens iets meer tijd moeten besteden aan het onderhouden van hun conditie; maar hierover later meer. Kees en Anita lopen al een eindje vooruit, ik hanteer een combinatie van waggelen, rollen en schuifelen en probeer op deze manier aan de zijkanten van de weg, waar de minste steentjes liggen, overeind te blijven. De helling is steil, maar niet uitzonderlijk moeilijk. Maar toch, al lopende voel ik de kracht en het gevoel in mijn benen wegebben, terwijl de pijn in mijn nek en schouders alleen maar toeneemt. Elke poging om foto’s- en/of video-opnames te maken, doen mijn benen alleen maar meer vermoeien en laten mij nog meer wankelen. ... |
... De afstand naar de Drei Seen Hütte is niet echt groot. Voor Kees en Anita echter een geschikte plek om even op Ans en mij te wachten. Tussen de Drei Seen Hütte en een openbare toiletgroep liggen een aantal fotogenieke Berta’s en Klara’s, zoals die alleen in het prachtige Alpenlandschap behoren te liggen. Een mooie gelegenheid om de dames op de foto te zetten alvorens verder te trekken. Echter, op de terugweg zal de situatie voor de dames danig veranderd zijn. Hierover later meer. ... |
... Het laatste stuk naar het stuwmeer gaat weer wat steiler omhoog. Reden voor Kees en Anita om mij hier op een bankje te willen plaatsen zodat ik kan wachten op hun terugkomst. Mooi niet! Ook dat laatste stuk zal ik overwinnen en de inspanning wordt beloond. De zon is inmiddels verdwenen, maar het stuwmeer ligt er prachtig bij. In de verte ontwikkelen zich regen- en onweersbuien en doen ons besluiten om aan de terugweg te beginnen. ... |
... Wanneer we bij de Drei Seen Hütte aankomen, worden de koeien, die hier op de heenweg zo rustig lagen te zonnen, door twee flink uit de kluiten gewassen boerenjongens, die ons eerder in een oude, rammelende rode Opel Kadett voorbij waren gereden, bijeen gedreven nabij de openbare toiletgroep. Ans en Anita, maar ook andere dames, moeten naar het toilet. De hilariteit onder de dames is groot, wanneer de koeien ook de toiletten in willen. Wat de twee mannen precies van de koeien willen, is ons niet duidelijk. Maar ook de koeien weten klaarblijkelijk niet wat van hun verwacht wordt. Telkens als de koeien bij elkaar staan, ondernemen de mannen weer iets dat de koeien uiteen drijft. Deze acties van de koeien worden steevast door de twee mannen beantwoord door hard achter een van de koeien aan te lopen. Terwijl ook de eigenaar van de Drei Seen Hütte eens komt informeren in een voor ons onverstaanbaar dialect, loopt één van de koeien over de rotsblokken naar één van de lagergelegen meertjes terwijl de mannen hard achter de koe aanhollen. Voor ons als leken, is dit een volstrekt verkeerde actie en getuigd het volgens mij niet van echte boerenwijsheid. Zoals zo vaak krijg ik het gelijk aan mijn zijde, want even later zien we de koe in het meertje zwemmen. U hebt waarschijnlijk nog nooit een koe zien zwemmen? Wij nu wel, en als de beste. Terwijl één van de mannen naar de overzijde van het meertje rent, draait de koe om en zwemt weer terug. Waarschijnlijk is heel dat gedoe nog lang doorgegaan. Wij moesten in ieder geval onze video-opnamen staken en ons haasten om op tijd terug te zijn bij het kabelbaanstation voor de laatste Talfahrt. ... |
... Een stuk terug, op de heenweg, had ik er al aan gerefereerd. Toen schreef ik: “De enkele wandelaars die via de helling teruglopen naar het bergstation van de kabelbaan, steunen en kreunen flink. En terwijl ik met waggelende benen mezelf probeer staande te houden, hoor ik dit aan en denk in mijn naïviteit dat deze mensen eens iets meer tijd moeten besteden aan het onderhouden van hun conditie. …” Maar nu ik zelf de helling opmoet, blijkt deze toch steiler dan gedacht. Luidt kreunend, steunend en puffend probeer ik mezelf tegen de helling omhoog te worstelen, bang dat ik die laatste Talfahrt niet zal halen. Soms gaat mijn hart zo te keer, dat ik even een rustpauze moet inlassen. Maar uiteindelijk ben óók ik, zij het met de hulp van Ans, boven bij het kabelbaanstation aangekomen. En beste lezer, ik moet het toegeven: steeds meer ga ik erover nadenken om mezelf voor dit soort inspanningen te behoeden; dit moet volgens mij eenvoudiger kunnen, tenslotte is het vakantie. Al zittend in onze gondel en genietend van het uitzicht, begint het zachtjes te regenen. De temperatuur is inmiddels gedaald en de koude begint voelbaar te worden. Beneden bij de kassa, leveren we eerst onze kaartjes in en rijden vervolgens terug naar het centrum van Kühtai. In een cafe-restaurant eten we een (te zoute) kop goulashsoep, een kop soep die redelijk zwaar op de maag ligt. In eerste instantie willen we de weg verder vervolgen, maar bij navraag blijkt de weg door Kühtai niet, zoals wij dachten, dicht bij Stams uit te komen maar dicht bij Innsbruck. Derhalve besluiten wij om dezelfde weg terug te rijden. En geloof mij, dat besluit behoeven wij niet te betreuren, de weg is fantastisch. Kort nadat wij thuis zijn gekomen, begint het opnieuw te regenen. ’s Avonds, terwijl het buiten steeds harder gaat regenen, zitten wij onder het genot van de laatste notenlikeur onze foto-oogst te bekijken. Ook kijken we naar de videobeelden, al is het alleen maar om de resultaten van Anita’s videowerk te bekijken. Want ook Anita moet leren van haar fouten. |
/ volgende pagina |