Samnaun, Reschensee en de Passo dello Stelvio

Tja, hier word je niet vrolijk van. Gelukkig laat het zonnetje zich even later toch nog zien.Klik hier voor de kaart naar de Passo dello StelvioVrijdag, 6 juli 2007
Elke dag slaap ik een stukje beter, maar elke dag word ik ook steeds vermoeider wakker. Zo ook deze ochtend. Mijn Ans zegt dat ik het nu een paar dagen rustiger aan kan doen, zelf twijfel ik daaraan. Ik geniet van elke minuut op elke dag, maar verlang ook naar rust. Laten we maar eens kijken wat deze dag ons brengt.

De kerkklokken hebben ook deze ochtend hun werk buitengewoon goed gedaan. Voor mij tenminste. M’n Ans heeft, hoewel ze toch naast mij wakker is geworden, deze morgen het gelui gemist. Kan ook niet anders: Ans zit minder complex in elkaar en slaapt, doorgaans, als een os (tenminste, als een vrouw als een os kan slapen?).

Wanneer ik deze ochtend om kwart voor zeven vanuit onze keuken/woonkamer naar buiten kijk, is dit de eerste ochtend dat er geen wolken in het dal hangen. Nee, niet in het dal, wel erboven. Erger, het regent weer. De live-weerberichten op de televisie geven aan dat het weer de komende dagen beter wordt. Tja, dat is ons deze week al eerder in het vooruitzicht gesteld, maar klaarblijkelijk zitten we toch een ietsepietsie aan de verkeerde kant van de Alpen.

Maar niet getreurd, ondanks dit weer, hebben we voor vandaag toch grote plannen. Reden om snel mijn verslag wat bij te werken. ...

Samnaun, het belastingvrije paradijs, vind ik persoonlijk minder interessant. Beter, de zon laat zicht tussen de regen af en toe zien en de cappuccino en apfelstrudel smaken er goed. Vooral de warme apfelstrudel was heerlijk en bij een temperatuur van hooguit 10 graden is dat een lekker opwarmertje.

Samnaun

Samnaun (Reto-Romaans: Samingnun) is een gemeente in het Zwitserse kanton Graubünden.

De gemeente Samnaun bestaat uit de bergdorpen Samnaun, Compatsch, Laret, Ravaisch en Samnaun-Plan. Dichtbij ligt Ischgl. Tot 1912 was de plaats vanwege zijn geïsoleerde ligging alleen via Oostenrijk bereikbaar. In tegenstelling met het Unter Engadin wordt hier geen Reto-Romaans maar Tiroler Duits gesproken en is de bevolking rooms-katholiek gebleven. Samnaun verwisselde in de negentiende eeuw het Retoromaans voor het Tirools en is daarmee de enige plaats in Zwitserland waar men een Beiers dialect spreekt - alle andere Zwitserduitse dialecten zijn Alemannisch.

Samnaun ligt net als het Italiaanse Livigno in een belastingvrije zone. Veel mensen komen speciaal naar hier om rookwaar, drank, benzine en luxe goederen te kopen. 's Winters ontpopt de plaats zich als een belangrijk wintersportcentrum en skigebied. 's Zomers is Samnaun een geliefde plaats bij bergwandelaars. In het omringende gebergte, met als hoogste top de Muttler (3294 m), is een groot aantal gemarkeerde wandelingen uitgezet.

Bron: www.wikipedia.nl

Het plaatsje ziet er leuk uit, ik ben blij het een keer gezien te hebben, maar verder doet het mij weinig.... Rond tien uur vertrekken we met de Subaru van Kees en Anita naar Samnaun. Onderweg worden we getrakteerd op de nodige regen. Van uitstappen komt derhalve niet veel en ook de uitzichten vallen door de laaghangende wolken wat tegen. Echter, het landschap waar we doorrijden is prachtig. Samnaun, het belastingvrije paradijs, vind ik persoonlijk minder interessant. Het plaatsje ziet er leuk uit, ik ben blij het een keer gezien te hebben, maar verder doet het mij weinig. Beter, de zon laat zicht tussen de regen af en toe zien en de cappuccino en apfelstrudel smaken er goed. Vooral de warme apfelstrudel was heerlijk en bij een temperatuur van hooguit 10 graden is dat een lekker opwarmertje. ...
Het Reschenmeer (Duits: Reschensee, Italiaans: Lago di Resia) is een stuwmeer in de Zuid-Tiroolse gemeente Graun im Vinschgau.

ReschenseeReschenmeer

Het Reschenmeer (Duits: Reschensee, Italiaans: Lago di Resia) is een stuwmeer in de Zuid-Tiroolse gemeente Graun im Vinschgau. Het meer ligt op ongeveer 1520 meter hoogte, net over de Oostenrijks-Italiaanse grens, dicht bij de Reschenpas. Het meer is zes kilometer lang en is op de breedste plekken één kilometer breed. De oppervlakte van het meer bedraagt 6,6 km² en het meer bevat 120 miljoen kubieke meter water. De plaatsen Reschen, Graun en Sankt Valentin auf der Haide liggen aan de oever van het meer. Het meer ontvangt water vanuit de rivieren Etsch, Rojenbach en Karlinbach. Het water wordt afgevoerd door de Etsch.

Het stuwmeer ontstond in 1950 na de bouw van een stuwdam tussen 1948 en 1950. Voor de aanleg van deze dam waren er nog drie meren te vinden. Naast het Reschenmeer waren dat de Mittersee en het nabijgelegen Haidermeer, dat ten zuiden van het Reschenmeer gelegen is.

Als gevolg van de dam kwamen het oorspronkelijke dorp Graun en een groot deel van Reschen onder water te staan. 163 huizen werden afgebroken en 523 hectare land werd onder water gezet. Heden ten dage herinnert de boven de oppervlakte uitstekende kerktoren van Alt-Graun, de oude dorpskern van Graun, aan het vroegere dorp.

Bron: www.wikipedia.nl

De Reschensee is op vele manieren en uit vele hoeke te fotograferen. Niet alleen een leuke bezigheid, je bent ook meteen lekker in beweging.
Vaak ben je op zoek naar die positie waar net dat éne plaatje kunt schieten.
Hoewel deze foto er leuk uitziet, geloof ik niet dat het net dat éne unieke plaatje is.
... Nadat we wat door het stadje hebben gewandeld, Ans en Anita wat alcohol hebben gekocht, rijden we weer verder naar de Reschenpas naar de Reschensee. Het landschap waar we doorrijden lijkt alleen maar aan schoonheid te winnen. Wanneer we bij de Reschensee uitstappen is het nagenoeg droog en is de temperatuur opgelopen naar zo’n 14 à 16 graden. Vergeleken met de temperatuur in Samnaun, ervaren we dit al als aangenaam. Kees, Ans en ik maken heel wat foto’s en video-opnamen. Voordat we vertrekken, maken Ans, Anita en ik nog eerst gebruik van het openbaar toilet op de parkeerplaats. Echter, wanneer ik het toilet wil verlaten, krijg ik de deur niet open. Buiten heeft Ans mijn gerammel aan de deur gehoord en vraagt of ik er niet meer uit kan. Óók Anita staat schijnbaar al voor de deur van mijn openbaar toilet en informeert ook naar mijn benauwde situatie. Ik sta echter nog steeds voor een gesloten deur en wat ik ook probeer, er valt geen beweging in de deur te krijgen. Net op het moment dat Anita nog eens vijftig eurocent aan mijn wil spenderen, gaat de deur als vanzelf open en kan ik weer over de Reschensee kijken.
Het landschap lijkt een mengelmoesje te worden. Veraf hoge en ruwe bergtoppen, dichtbij een glooiend landschap met veel kastelen en/of ruïnes. ... ... Langs de weg mooie bomen die je soms het gevoel geven door een laan te rijden.
..., Ans is gefascineerd door al dat mannelijke geweld, ...... Bij de Reschensee besluiten we om door te rijden naar de Stelviopas (2758m). Al enkele jaren staat deze pas hoog op mijn verlanglijstje en nu we toch relatief dicht in de buurt zijn, kunnen we net zo goed doorrijden. Het landschap lijkt een mengelmoesje te worden. Veraf hoge en ruwe bergtoppen, dichtbij een glooiend landschap met veel kastelen en/of ruïnes. Langs de weg mooie bomen die je soms het gevoel geven door een laan te rijden. Ergo, de temperatuur gaat in ras tempo omhoog. Wanneer we even uitstappen bij een energiecentrale voor wat foto’s, Ans is gefascineerd door al dat mannelijke geweld, weet van geen ophouden en mort wat over het te kleine zoombereik van haar objectief, is de temperatuur al opgelopen tot 26 graden.
Daar sta je dan temidden van hoge en ruwe bergtoppen. Was zojuist de temperatuur nog rond de 30 graden, inmiddels is de temperatuur al weer ver gedaald. En ik? Wel, ik sta weer wat te klooien met m'n camera. M'n displaytje geeft weer eens wat storing.

Een cabriolet is leuk, soms moet je wel inventief zijn om het zaakje binnenin droog te houden.... Wanneer we echter aan de klim van de Stilfser Joch beginnen, gaat de temperatuur alras naar beneden. De weg naar de top voert ons door 48 scherpe haarspeldbochten. Kees weet er echter zijn 4-wiel aangedreven Subaru feilloos doorheen te loodsen.

Buiten de nodige motorrijders, zijn er ook veel fietsers die deze pas der passen willen bedwingen. Een flinke opgave, waar ik zelf als ware fietsliefhebber mijn petje voor afneem. Voor sommige lijkt het echter toch een te zware opgave. Met de fiets aan de hand, slechten zij de laatste kilometers naar de top. ...

Eenmaal boven wacht je, zoals gebruikelijk, een waar circus: druk, veel motorrijders, fietser, warme worstenverkopers, etc, etc. ... Eenmaal boven wacht je, zoals gebruikelijk, een waar circus: druk, veel motorrijders, fietser, warme worstenverkopers, etc, etc. Wij duiken, nadat we de nodige foto’s hebben genomen, een restaurant in voor een warme kop koffie. Even later lopen we door naar restaurant Tibet. Anita, die altijd kan blijven eten, heeft alweer zin in soep. Kortom, even later zitten we aan een bord Gemüsesoep te genieten van een prachtig uitzicht over de kronkelende Stilfser Joch. ...

Stelviopas

De Passo dello Stelvio (Duits: Stilfserjoch) is een bergpas in de Italiaanse Alpen. De bergpas is vooral bekend vanwege wielrenetappes in de Ronde van Italië. De Stelvio is de op één na hoogste verharde bergpas in de Alpen; de Col de l'Iséran (F) is met 2770 m nog iets hoger.

De Stelvio is één van de zwaarste beklimmingen in de wielersport vanwege de lengte en het hoogteverschil van de klim. De klim vanuit Prato Allo Stelvio kent 48 haarspeldbochten die vanaf de boomgrens (en de top) goed zichtbaar zijn. Hoewel de bergpas altijd voor spektakel zorgt in de Ronde van Italië, is hij slechts tien keer verreden omdat de bergpas in het voorjaar nog gesloten kan zijn vanwege sneeuwval.

Stelviopas (Klik voor panoramafoto)

Ligging
De Steviopas ligt op de grens van de Italiaanstalige provincie Sondrio en het Duitstalige Zuid-Tirol. Ten oosten van de pas ligt het bergmassief van de Ortler (3902 m) en nog dichterbij de Monte Livrio op wiens gletsjers gedurende het zomerseizoen geskied wordt. In het noorden ligt de Dreisprachenspitze, het ontmoetingspunt van drie talen; Italiaans, Duits en Reto-Romaans. Tenslotte ligt in het zuiden de Monte Scorluzzo die als een van de gemakkelijkst te beklimmen drieduizenders geldt. De pas ligt in het hart van het Nationaal Park Stelvio, één van de oudste (1936) en grootste nationale parken van Europa.

Gedenkteken Fausto CoppiGeschiedenis
Begin 18de eeuw wilde Ferdinand I van Oostenrijk een weg aanleggen die het Val Venosta direct verbond met Milaan dat toen onder Oostenrijks bewind stond. De weg moest lopen over het bergzadel ten noordwesten van de Ortler. Ingenieur Carlo Donegani uit Sondrio, die al eerder de Splügenpas aanlegde, kreeg de taak de weg vorm te geven. In 1822 werd met de bouw begonnen. Amper drie jaar later was de weg voltooid. Tot 1915 werd de Stelviopas het gehele jaar bereden door koetsen. Gedurende winter werd de weg door sneeuwscheppers berijdbaar gehouden. Tegenwoordig is de pas echter voor verkeer gesloten van eind oktober tot begin mei. Gedurende de Eerste Wereldoorlog vonden er zware gevechten plaats op de pas tussen het Italiaanse en Oostenrijkse leger. Vanaf 1918 waren beide zijden van de pashoogte Italiaans. De Stelviopas was niet langer meer de belangrijke verbinding Milaan-Wenen en werd hierdoor net als de andere hoge passen 's winters afgesloten. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde Giuseppe Pirovano van de Club Alpino Italiano hier een skischool en was het mogelijk hier 's zomers op de uitgestrekte gletsjers te skiën. Tegenwoordig staan er op de pashoogte verschillende grote hotels en gaan er diverse skiliften verder het gebergte in. De geldautomaat van de Banco Popolare di Sondrio heeft de eer de hoogste van Europa te zijn

Wielersport
De Stelvio is in 1953 voor het eerst beklommen. Fausto Coppi, die vijfmaal de Ronde van Italië won, kwam als eerste boven. Marco Pantani loste, tijdens de voorlaatste beklimming van de pas in 1994, de favorieten Miguel Induráin en de eindwinnaar van de Ronde van Italië in dat jaar, Eugeni Berzin. De meest recente beklimming van de Stelvio in de Ronde van Italië vond plaats in 2005. De Venezolaan José Rujano kwam als eerste boven.

Bron: www.wikipedia.nl

Hoewel het kasteeltje daarboven naar ons ligt te lonken, is het toch écht te laat om er nog naar toe te lopen. Gelukkig, voor mij: de ratio het ook dit keer van de emotie.
Wellicht komt er nog een volgende keer en kunnen we dan alsnog de schoonheid van het landschap bewonderen vanuit die verleidelijke positie.Foto boven en rechts: Hoewel het kasteeltje daarboven naar ons ligt te lonken, is het toch écht te laat om er nog naar toe te lopen. Gelukkig, voor mij: de ratio het ook dit keer van de emotie.
Restaurant Tibet ligt er toch wel erg dominant bij in het Alpenlandschap. Voor de een 'n gedrocht, zelf vind ik het wel iets hebben.
Buiten het indrukwekkende tracé van de Stelviopas, is ook het uitzicht fantastisch.
De klim vanuit Prato Allo Stelvio kent 48 haarspeldbochten die vanaf de boomgrens (en de top) goed zichtbaar zijn. (Klik voor panoramafoto)
Restaurant Tibet. Het heeft toch wel iets in dit landschap.
Mooi of niet, de soep smaakte er goed.
Tja, terwijl Anita kou staat te lijden, vinden wij dit platform bij restaurant Tibet en een goede plek om de laatste kiekjes te maken.
... Wanneer we bij restaurant Tibet naar buiten gaan, is niet alleen de zon, maar ook de temperatuur ver gedaald. Terwijl Anita wat staat kou te lijden, maken wij onze laatste foto's alvorens naar de Subaru van Kees te lopen. Eenmaal bij de auto, wordt het Anita allemaal te machtig: ze duikt de koffer van de Subaru in, en ondanks dat ze nog maar net koffie, een bord Gemüse Suppe mit Wurst op heeft, begint ze alweer aan de crackertjes. "Moeten jullie ook een crackertje?" "Nee Anita, nu even niet!" "Echt niet?" "Nee!" "Een koffiesnoepje dan?" "Nee Anita, dank je wel!" Tja, die eeuwige honger van Anita. Geen wonder dat ze over zoveel energie beschikt. ...

Even later zitten we onszelf te warmen aan een vuurtje in de tuin, eten we zelfgemaakt gebak van Christa Pienz, spoelen dit weg met een lekker glas rode wijn en kijken we vanaf de hoogte neer op een feeëriek verlicht Oetz vanwaar heerlijke Duitstalige muziek tot onze oren doorklinkt van een lokaal muziekfestijn.... Tussen half zeven en zeven uur rijden we weg van de Stilfser Joch om vermoeid even na negenen in Oetz aan te komen. Nog maar net binnen en snel wat yoghurt te hebben gegeten, zet ik de foto-oogst van vandaag op mijn computer. Net nadat ik aan mijn verslag wil beginnen, komt Anita binnen: mevrouw Pienz heeft gevraagd of we, als afscheid, even bij hun in de tuin komen zitten. Even later zitten we onszelf te warmen aan een vuurtje in de tuin, eten we zelfgemaakt gebak van Christa Pienz, spoelen dit weg met een lekker glas rode wijn en kijken we vanaf de hoogte neer op een feeëriek verlicht Oetz vanwaar heerlijke Duitstalige muziek tot onze oren doorklinkt van een lokaal muziekfestijn. Kortom, wat willen we nog meer. Wel, om eerlijk te zijn, zou het prettig zijn dat mijn oren zouden openspringen. Deze zitten sinds de Stelviopas dicht en komt elk geluid een beetje ‘zompig’ over.

Rond elf uur nemen we afscheid van Paul en Christa Pienz. Christa vertrekt morgen al vrij vroeg naar het Innervillgratental bij Sillian. Ook weer zo’n plekje dat wij kennen.

Vermoeid rollen we uiteindelijk rond half twaalf in bed. In mijn gedachten ben ik al bij Antonia Dorfmann in Feldthurns. Morgenavond ontmoeten we daar Maria Delvai. Maria komt speciaal vanuit Strassen naar Feldthurns om mij te ontmoeten.

 
naar boven
 
vorige pagina /
naar boven
/ volgende pagina