Ans en Frans Jacobs, Frans en Ans Jacobs,
Ans Jacobs, Frans Jacobs, Nadelgrat, Graechen, Grächen, Gruber, Rittinen,
Visp, Täsch, Gornergat, Gornergratbahn, Zetmatt, Matterhorn, Mattertal,
Wallis, Valais, Moosalp, Törbel, Embt, Stalden, Hannigalp, Saastal, Saasfee,
Hannig, Stalden, Furggen, Hohtschuggen, Neubrück, St. Niklaus, Visp,
Visperterminen, Giw, Panoramaweg, Aletschgletscher
... We komen langzaam op gang en rond kwart over negen wil Ans wat foto’s van Nadelgrat maken voor onze site. Mijn advies dat het op dit moment nog te vroeg is en het beter is te wachten totdat de zon iets verder het dal in schijnt, wordt schouderophalend verworpen; ach die Ans van mij barst weer van de energie. Terwijl Ans door de tuindeur verdwijnt, neem ik plaats achter de tafel in onze huiskamer om mijn verslag bij te werken. Nadat ik de kaart bestudeer hoe wij gisteren met de auto zijn gereden, realiseer ik mezelf dat we een volgende keer ook de Nufenenpass moeten rijden; de ANWB-gids geeft aan dat deze pas de moeite waard is om te rijden. ... | |
... Wanneer Ans even later terugkomt, gaan we onszelf klaar maken om te vertrekken naar Visperterminen. Het zonnetje schijnt inmiddels lekker, m.a.w. de omstandigheden zijn goed voor een fijne wandeling en rond half elf rijden we dan ook weg. Oh ja, bijna vergeten te vermelden: onze vakantiewoning Nadelgrat stond te veel in de schaduw voor het maken van goede foto’s. “Zie je nou wel Ans! Heb ik het niet gezegd?” ... |
Over Visp Visp (651 m; 6500 inw.) is een belangrijk verkeersknooppunt in het hier brede Rhônedal. Het vormt de toegangspoort tot het Mattertal met Zermatt en de Matterhorn (4478 m) en het Saastal met Saas Fee. Geschiedenis Bezienswaardigheden Op een heuvel ligt de 18e-eeuwse Burgerkirche met een romaanse toren
voorzien van een barokke spits. De Burgerkirche of Heilige Driekoningenkerk
vindt zijn oorsprong in de 11e eeuw maar heeft zijn huidige gezicht gekregen
in de 18e eeuw. De kerk heeft een sterk barok interieur. In de crypte
kan men de sporen zien die wijzen op de oorspronkelijke 11e eeuwse kerk.
Vlak bij de Burgerkirche staat het huis In-Albon met een stenen trapgevel.
De tweede kerk in Visp is gewijd aan St.-Martin en is ook gebouwd in de
18e eeuw. In 1955 werd de kerk echter drastisch uitgebreid. Een zuilengang
en de toren herinneren nog aan de oorspronkelijke kerk. |
...
In Visp is het zoals zo vaak druk. Gelukkig hoeven we niet de hele stad
te doorkruisen, bij de tweede rotonde is de afslag naar Visperterminen.
De weg gaat langs het ziekenhuis van Visp en eenmaal hier voorbij gaat
het snel omhoog. Net buiten Visp worden we meteen getrakteerd op mooie
uitzichten. Even stoppen we, nemen plaats op een bank langs de weg en
maken wat fotos. Terwijl we hier zittend op de bank onszelf koesteren
in de zon, komt er een boom van een man met een rugzak op een moutainbike
langs gefietst. “Die heeft nog een hele weg te gaan!”, is
mijn reactie naar Ans terwijl ik de man met enige jaloezie nastaar. In
mijn gedachten dwaal ik even weg naar die tijd dat Ans en ik de nodige
heuvels op onze fietsen hebben geslecht, beseffend dat dit toch iets zwaarder
is. Maar goh, wat zou ik graag aanhaken. En altijd komen weer de woorden
uit de tekst Jimmy van Boudewijn de Groot in mijn herinneringen naar boven:
Hoe sterk is de eenzame fietser Die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant De woorden die ooit door Peter Année werden uitgesproken toen
hij mij, lang geleden op een zondagmorgen, ‘krom gebogen’
op mijn fiets ontmoette. Peter Année was in die tijd boekhouder
op het bedrijf waar ik werkte en tot 1999 ‘spreekstalmeester’
van Willem II, de voetbalclub uit Tilburg. |
... Eenmaal in Visperterminen is het zoeken, we weten niet of de kabelbaan naar Giw open is. Voor alle zekerheid parkeren we onze auto in de parkeergarage van Visperterminen. Wanneer we de parkeergarage uitlopen, merken we dat het toch wel erg stil is in Visperterminen. Aan een aantal mensen vraag ik of de weg naar Giw goed bereidbaar is. Volgens de oudere man is de weg naar Giw “nicht kompliziert”, weliswaar smal maar er zijn voldoende uitwijkmogelijkheden. Of de kabelbaan in bedrijf is, is hem niet bekend. Altijd valt het mij weer op, hoe weinig locale bewoners soms weten of de kabelba(a)n(en) in hun dorp in bedrijf is/zijn. ... |
Over Visperterminen Visperterminen (1336 m; 1400 inw.) ligt aan het eind van een steile bochtige weg (11 km) die net buiten Visp begint en waar hoogzomer het Wohnmuseum Egga woensdag van 17 tot 19 uur zijn poorten opent. Drie kwartier lopen door het bos brengt je verder langs een van de mooiste kapellenwegen van Zwitserland met 18e-eeuwse uit hout gesneden beelden naar het bedevaartkerkje Maria Heimsuchung dat in 1652 werd gesticht. In het kerkje bevindt zich een fraai beschilderd orgel uit 1619, dat hiermee een van de oudste originele orgels van Zwitserland is. Visperterminen geniet bekendheid als het hoogst gelegen wijndorp van Europa, met wijngaarden op terrasjes tegen de hellingen geplakt en voorzien van water door de bisses. Een stoeltjeslift pendelt tussen Visperterminen en Giw. Wandeltip |
... Oke, we wagen het erop. We lopen terug naar de garage en na wat zoeken vinden we de weg naar Giw. De weg is inderdaad smal maar goed te rijden. Er moet flink worden gestegen (van 1336 m naar iets meer dan 2000 m), de uitzichten onderweg zijn prachtig. En kijk, daar gaat onze fietser, ogenschijnlijk onvermoeibaar en het frame torderend onder de druk van zijn krachtige benen omhoog. Via de nodige haarspeldbochtjes en bospassages komen wij uiteindelijk boven bij het bergstation in Giw. ... |
...
Boven bij het bergstation in Giw is het nog stiller dan in Visperterminen.
Gesloten kabelbanen en, nog erger, ook het restaurant is dicht. Dat wordt
dus geen cappuccino met Apfelstrudel! We doen onze wandelschoenen aan en
gaan op weg.
Een wandelkaart van dit gebied is niet voorhanden en aanwijzingen kunnen we niet meteen vinden op deze plek, hoewel onderweg voldoende wandelbordjes vanuit te auto waren te zien. “Tja, dan zo maar op weg. We zullen vast wel ergens uitkomen!”, is mijn reactie. Met volle moed en zo energiek mogelijk loop ik langs de skihelling c.q. weg omhoog. Zo energiek mogelijk, want nog maar net op weg merk ik hoe steil deze helling is. De benen voelen dan ook (zeer snel) erg moe aan; de inspanningen van de afgelopen dagen gaan hun tol eisen. De moeheid slaat bijna om in moedeloosheid wanneer ik achter mij plots het gekraak van een fietsketting hoor. ... |
... Ik probeer mezelf om te draaien en roep verbaasd naar Ans uit: “Kijk wie daar aankomt!?”. Met enig ongeloof kijk ik naar die krachtpatser (onze fietser) die zichzelf hier tegen die steile skihelling in de schaduw van de bomen op een deels bevroren -, deels ontdooide grond omhoog worstelt. Schijnbaar toch last van de kou, stopt de man even om een jas aan te trekken. De weg is even iets te steil om weer met zijn fiets op gang te komen, maar wat later lukt het hem toch en zet hij zijn krachttoer knarsend voort, door mij met volle bewondering nagestaard totdat hij na een haarspeldbocht uit het zicht verdwijnt. Gelukkig komen we snel uit de kilte van de schaduw en kunnen we de weg voortzetten in een heerlijke najaarszon. De ligging van dit gebied is schijnbaar onderhevig aan de kou van de wind die over gletsjers in de omgeving van het Saastal komt aanwaaien, want terwijl wij onszelf toch maar bevinden op iets meer dan 2000 m hoogte, ligt op veel plaatsen in de schaduw sneeuw; dit in tegenstelling op andere plaatsen op gelijke hoogten. ... |
... Nadat we door de eerste haarspeldbocht zijn gewandeld komen we het eerste wandelbordje tegen dat ons rechtdoor verwijst. De weg wordt verderop iets smaller en ligt vol sneeuw. “Daar ga ik niet doorheen Ans, ik moet nog terug ook en die weg is mij te steil!”, zeg ik tegen Ans terwijl ik mezelf aan haar hand voortsleep. Alsof de goden mijn wanhopige uitroep hebben gehoord, staat er plots een bordje aan de linker kant van de weg met daarop een tekst die een vanzelfsprekende aantrekkingskracht op mij heeft: “Panoramaweg”. Een smal pad, heerlijk in de zon en, zo te zien, vrij vlak. Tja, de voorzieningen lijken mee te werken. “Zullen we hier in gaan, Ans?”, vraag ik en zonder een antwoord af te wachten trek ik mijn Ans mee die zich natuurlijk ‘schikt’ naar mijn wensen. Wel …, het wandelpad laat zich lekker belopen, de zon schijnt op z’n best, de temperatuur is goed en het uitzicht prachtig. Wat wil een mens nog meer? En net nadat ik tegen Ans heb gezegd dat dit toch wel héél fijn gaat, lijkt het of de goden mij toch op de proef gaan stellen. Mijn heerlijk wandelpad duikt naar beneden de schaduw in en maakt iets verderop een sterke knik naar links. Vanaf rechts in de hoek doorkruist een bergstroompje kabbelend mijn wandelpad. Nou is dat bergstroompje als natuurlijke hindernis nog wel door mij te slechten, maar het ijs dat zich over enkele meters voor en na het beekje op en rond het smalle pad bevindt vormt een groter probleem. In dit soort situaties kan ik rekenen op mijn Ans en m’n stokken, de barrière wordt genomen en even later wandel ik alweer fluitend in de zon er alvast rekening mee houdend dat we hier op de terugweg voorbij moeten zijn voordat het kouder wordt. Tja, het ene probleem overwonnen, het andere dient zich alweer aan: een vrij steil stuk waar het pad vrij smal is. Tot voor twee jaar vormden dit soort geintjes geen echt probleem voor mij. Ik ging liever een steil stuk omhoog dan naar beneden en dat is nu nog zo, maar dit is steil en smal. Zo iets als wandelen door een plasgootje. Na elke stap lijkt het dan ook alsof mijn benen in de achteruit worden gezet: twee passen vooruit en één pas terug, het schiet dan ook niet op. ... |
... Zoals altijd kom ik ook hier boven en even later zitten we dan ook op een grote steen ons brood op te eten. Wat later lopen we verder over het pad met een prachtig uitzicht over het landschap. ... |
... Het wandelpad gaat na verloop van tijd weer iets naar beneden en we besluiten om door te lopen totdat we een uitzicht hebben over de Aletschgletscher. ... |
... Nadat we wat foto’s hebben genomen van de Aletschgletscher, dwingt de klok ons om terug te gaan. En altijd blijkt dan weer dat je in al je enthousiasme verder hebt gelopen dan je denkt. ... |
...
De terugweg vergt dan ook de nodige energie. Op het moment dat ik de steile
afdaling door het 'plasgootje' bijna heb voltooid, vraagt Ans aan mij het
onmogelijke: "Kijk eens wat een mooie bloem, moet je die niet fotograferen?".
"Natuurlijk Ans!", en ik ga weer voor het dierbaarste wat ik op
deze aardkloot bezit op mijn knieën voor het maken van een foto. Na
drie pogingen lukt het me dit kleinood onder de late zomerbloeiers te fotograferen.
Met enige hulp van Ans kom ik weer overeind. In het laatste stukje van die
(korte) afdaling moet ik om een boom heen. Het 'noodlot' slaat toe: in een
piourette, waar menig kürrijder jaloers op zou zijn, draai ik om mijn
as en kukel tegen de grond. Tja, hoe kom ik nu weer overeind? Na diverse
pogingen en het nodige gesjor van Ans aan m'n toch al kwetsbare ledematen
lukt het uiteindelijk.
Net op het moment dat we onze panoramaweg hebben verlaten en ik al tevreden begin na te mijmeren over mijn krachttoer, komt iets verderop onze atleet - dit keer zonder fiets, maar met rugzak - de berg op rennen. “Tjee, waar haalt die man zijn energie vandaan?”, stamel ik tegen Ans. Ik raak er niet over uit gepraat, terwijl ik aan de hand van Ans m’n laatste honderden meters naar beneden sjok. Terug op de parkeerplaats bij het bergstation van de kabelbaan zoeken we nog even een bankje op in de zon en eten ons laatste sneetje brood op. De weg naar beneden gaat zonder problemen en even later rijden we dan ook voldaan terug door het Mattertal naar St. Niklaus. Op de weg van St. Niklaus naar Grächen lijkt het daarentegen spitsuur. Zelden heb ik zoveel moeten stoppen voor tegenliggers, maar met de nodige routine wordt ook deze klus geklaard en wat later zitten we in onze vakantiewoning. Vanavond hebben we tenslotte nog een afspraakje met Dien, maar eerst eten met een lekker glas wijn. ’s Avonds beleven Ans en ik een gezellige avond bij Dien en Wim, ook Magda en Tony zijn aanwezig. Hoewel, voor Tony lijken de lange werkdagen en de nodige buitenlucht de basis te vormen voor een goede nachtrust die al vrij vroeg op de avond intreedt. We keren op tijd terug naar onze vakantiewoning en even later liggen Ans en ik in ons bed op weg naar een nieuwe dag en terwijl ik mijn ogen sluit zie ik de dag nog een aantal keren als een flash-back aan mij voorbij trekken. |
volgende pagina |